bekkenbodem

Andere klachten

Zindelijkheidsproblemen (tot 6 jaar)

Iedereen eet en drinkt en moet plassen en poepen. Meestal gaat dit gewoon vanzelf en denk je daar niet over na.

Zindelijkheid betekend: gecontroleerd plassen en poepen op een plaats die daar speciaal voor bedoeld is. Gecontroleerd wil zeggen dat het kind er echt zelf controle over heeft. Hij/zij moet dus plas en poep kunnen ophouden en zelfstandig kunnen reageren op aandrang, door zelf naar een speciale plek te gaan om te plassen of te poepen.

Sommige kinderen willen alleen in een luier poepen. Wanneer het kind op de wc of op het potje wordt gezet, komt er niets of raakt het kind in paniek. In wezen is dit kind zindelijk te noemen, alleen het gebeurt op de verkeerde plaats.

Veel kinderen hebben wel eens een plas- of poepongelukje of last van bedplassen. Het ene kind verliest soms een scheutje plas of een veeg poep, een ander kind verliest een hele plas of een keutel. Sommigen kinderen moeten erg vaak plassen en zijn soms toch nog nat.

Niemand poept of plast expres in zijn/haar broek of plast expres in zijn bed. Kleine kinderen voelen nog niet goed wanneer ze moeten plassen of poepen en doen dit de eerste jaren nog in een luier. Als je wat ouder wordt leer je voelen wanneer je naar de wc moet gaan om te plassen of te poepen. Sommige kinderen leren dit al als ze 2 jaar zijn, andere kinderen pas als ze 5 jaar zijn. Het kan zijn dat je altijd al moeite hebt gehad om te voelen wanneer je moet plassen of poepen en dat je dit moet gaan oefenen. Dit is net als bij het leren schrijven. Zo kan het ene kind heel netjes kleuren of schrijven en een ander kind moet dit nog wat langer oefenen om het goed en netjes te kunnen. Veel kinderen praten niet over hun plas- en poepongelukjes omdat ze zich ervoor schamen. Ze weten dan ook niet dat er veel meer kinderen zijn met dezelfde problemen.

Oorzaak

De oorzaak van het niet goed kunnen ophouden van je poep of plas kan heel erg verschillen. Soms werken de sluitspieren voor het plassen en poepen niet goed. Soms werken de blaas en de darmen niet goed. Soms zit het probleem in dingen die er om je heen gebeuren. Het kan zijn dat je het op school heel erg moeilijk vindt, of dat er thuis spanningen zijn tussen je ouders, een scheiding bijvoorbeeld of een ernstig ziek familielid. Soms ben je zelf ziek, waardoor het niet goed lukt om droog en schoon te blijven.

Angst en stress zorgen voor meer spanning in je spieren en dus ook in je plas- en poepspieren. Die kunnen daardoor wat minder goed werken, waardoor je buikpijn, pijn bij poepen en plassen kunt krijgen of plas en poep kunt verliezen.

Hanna en Margreet kunnen je leren hoe je je plas- en poepspieren op een goede manier kunt gebruiken. Je ouders, of de mensen die voor je zorgen, kunnen je daarbij helpen maar het niet van je overnemen. Het is belangrijk dat je zelf je best gaat doen en gaat oefenen.

Continentieproblemen (vanaf 6 jaar)

Bij kinderen met problemen bij plassen en poepen werken de bekkenbodemspieren vaak niet op de goede manier. Hierdoor kun je last krijgen van steeds terugkerende blaasontstekingen en plas- en poepongelukjes.

Bij het plassen en poepen spelen de spieren onderin het bekken een belangrijke rol. Deze spieren heten de bekkenbodemspieren. Het bekken is een bot dat je kunt voelen aan de zijkant (bij je heupen), de achterkant (onderaan je rug) en aan de voorkant (onderaan je buik). In het bekken zit aan de voorkant je blaas waar plas in zit en aan de achterkant je endeldarm voor je poep.

Aan de buitenkant van het bekken zitten de buikspieren, rugspieren en beenspieren vast. Deze spieren werken samen met de bekkenbodemspieren. Spieren gebruik je tijdens bewegen. De spieren rond het bekken gebruik je de hele dag bij zitten, staan, lopen, spelen en sporten. Alleen als je ligt, hoeven deze spieren niet te werken.

Meestal zijn de bekkenbodemspieren ontspannen. Bij het ophouden van plas en poep moeten deze spieren kunnen aanspannen. Tijdens het plassen en poepen moeten ze helemaal kunnen ontspannen. Onze kinderbekkenfysiotherapeuten kunnen je leren hoe je de bekkenbodemspieren op een goede manier kunt gebruiken.

Pijn

Bij kinderen met buikpijn, stuitpijn, bekken(bodem)pijn of pijn bij het plassen of poepen werken de bekkenbodemspieren soms niet goed samen met de andere spieren rond het bekken.

Het bekken is een bot dat je kunt voelen aan de zijkant (bij je heupen), de achterkant (onderaan je rug) en aan de voorkant (onderaan je buik). Aan de buitenkant van het bekken zitten de buikspieren, rugspieren en beenspieren vast. Deze spieren werken samen met de bekkenbodemspieren. Spieren gebruik je tijdens bewegen. De spieren rond het bekken gebruik je de hele dag bij zitten, staan, lopen, spelen, sporten. Alleen als je ligt hoeven deze spieren niet te werken.

Onze kinderbekkenfysiotherapeuten kunnen je leren hoe je de bekkenspieren op een goede manier kunt gebruiken zodat de pijn kan over gaan.

Wat kan je verwachten

De eerste afspraak

Tijdens de eerste afspraak worden er  vragen gesteld over de algemene ontwikkeling, het dagelijks functioneren, plassen, poepen, eten, drinken, toiletgedrag en toilethouding. De intake bij kinderen jonger dan 4 jaar wordt bij voorkeur telefonisch met ouder/verzorger gedaan. Indien gewenst kan bij oudere kinderen de intake ook telefonisch met ouder/verzorger.

Bij onderzoek wordt er op speelse wijze gekeken naar de algemene motoriek en het gebruik van adem-, buik-, bekken- en bekkenbodemspieren. Soms wordt daarbij gebruik gemaakt van echografie.

Na de intake en het onderzoek wordt bepaald of kinderbekkenfysiotherapie kan helpen. Er wordt samen met ouder/verzorger en het kind een behandelplan gemaakt. Hanna en Margreet zijn gespecialiseerd in het creëren van een gunstig pedagogisch klimaat waarbij de ouder/verzorger zich gehoord en gesteund voelen en waarbij het kind zich optimaal kan ontwikkelen.

Behandeling

In de behandeling wordt tijd en aandacht besteed aan uitleg zodat ouder/verzorger en het kind begrijpen wat er aan de hand is en hoe de problemen mogelijk ontstaan zijn of wat de oorzaak is. Je krijgt adviezen en oefeningen om van eventuele pijn af te komen en om ervoor te zorgen dat plassen en poepen beter kan gaan. Met de echo kunnen veranderingen/verbeteringen inzichtelijk worden gemaakt.

Opleiding en registratie Hanna en Margreet

Kinderbekkenfysiotherapeut

Hanna van Asma heeft na het behalen van haar diploma’s aan de Academie Lichamelijke Opvoeding (Hanzehogeschool Groningen), Fysiotherapie (Hogeschool Utrecht) en Sportfysiotherapie (Post HBO Hogeschool Utrecht) een aantal jaar als sportfysiotherapeut met kinderen en volwassenen gewerkt.
Na het behalen van haar Master Bekkenfysiotherapie en post-HBO opleiding Kinderbekkenfysiotherapie (Somt University) is ze zich volledig gaan richten op kinderen en volwassenen met gezondheidsproblemen in de bekkenregio.

Margreet de Bondt is afgestudeerd aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen als fysiotherapeut. Hierna heeft ze als algemeen fysiotherapeut gewerkt in verschillende particuliere praktijken in Rheden, Maastricht en Zwolle. Tijdens haar jarenlange ervaring als zwangerschapsdocent werd haar interesse voor de bekkenfysiotherapie gewekt. Dit resulteerde in het volgen van verschillende cursussen op het gebied van bekkenfysiotherapie en in het voltooien van de Master Bekkenfysiotherapie en Kinderbekkenfysiotherapie aan het SOMT in Amersfoort.

Hanna en Margreet zijn opgenomen in het Centraal Kwaliteitsregister Bekkenfysiotherapie van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie. Daarnaast is Hanna secretaris van de Nederlandse Vereniging voor Continentie bij Kinderen.

© 2024 Bekken&Bodem